Als je je huis wilt gaan verkopen is het handig om precies te weten wat de positieve kanten van je huis zijn en hoe groot jouw huis precies is. Dit laatste is misschien wat moeilijker om zelf op te meten en daarom kun je er voor kiezen om dit te laten doen. Door middel van de BVO, bruto-vloeroppervlakte, en de GBO, gebruiksoppervlakte, worden deze maten bepaald. De NEN2580 meting stelt hoe deze oppervlakte berekend worden. Maar wat is nu precies het verschil tussen de BVO en de GBO? En wanneer maak je gebruik van de een en wanneer van de ander? Dat lees je hier.
Het bruto- vloeroppervlakte (BVO
Het bruto vloeroppervlakte gaat over alle oppervlakte die jouw huis heeft. Dus niet alleen de vloer waarop je kan lopen en die je ziet, maar bijvoorbeeld ook dragende wanden, vides en gevels. Dit wordt gemeten op vloerhoogte waardoor schuine wanden weer niet mee tellen. Dit is dus erg makkelijk te berekenen als je een vrijstaand huis hebt. Heb je dit niet, dan wordt de helft van de dragende muren mee gemeten. Zodat het eerlijk blijft en jij een duidelijke uitkomst hebt.
Het gebruiksoppervlakte (GBO)
In principe is het gebruiksoppervlakte, de GBO, hetzelfde als de BVO. Ook hierbij wordt de grond gemeten op vloerhoogte en wordt er gekeken naar de grond waar je op kan lopen. Echter verschilt de GBO doordat bij deze meting het oppervlakte van dragende wanden, gevels, vloeroppervlakte waarboven de vrije hoogte minder is dan 1,5 meter, vides etc. niet mee tellen. Eigenlijk zou je dus kunnen zeggen dat de loze ruimte van een woning niet opgemeten wordt.
Bedenk dus goed of je een GBO of een BVO meting wil laten doen en wat je met welke meting zou kunnen doen. Op deze manier krijg je de juiste informatie over je woning en weet jij wat je in je advertentie moet zetten. Maar ook als je zelf iets aan je huis wil veranderen is het handig om een meting te laten doen. Kortom, meten is weten.